Financiering

Rente risicobeheer

Beheersing van het renterisico op korte schuld geschiedt door de kasgeldlimiet en op langlopende schulden door de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
Met deze limiet wil de wetgever voorkomen dat uitsluitend kortlopende leningen worden afgesloten. Het aantrekken van dit type leningen is aantrekkelijk wanneer de rente erg laag is. Het risico van een stijgende rente bij herfinanciering is daarmee in verhouding groot. Daarom is bepaalt dat gemeenten maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mogen gebruiken voor kortlopende leningen.
Wanneer zich in drie achtereenvolgende kwartalen een overschrijding voordoet moet de gemeente maatregelen nemen (zoals het aantrekken van langlopende geldleningen). Gezien de historisch lage rente op kortlopende geldleningen zal de kasgeldlimiet zo goed als mogelijk worden benut.

(bedrag x 1.000)

Kasgeldlimiet

3e kw. 2018

4e kw. 2018

1e kw. 2019

2e kw. 2019

Begrotingstotaal per 1 januari

78.618

78.618

83.097

83.097

Limiet percentage

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

Normbedrag

6.683

6.683

7.063

7.063

Netto vlottende positie

Vlottende schuld

3.514

7.115

8.106

7.105

Vlottende middelen

23

399

55

222

Netto saldo

3.491

6.716

8.051

6.883

Onder- overschrijding normbedrag

Ruimte onder de kasgeldlimiet

3.192

180

Overschrijding kasgeldlimiet

33

988

Renterisiconorm
Deze norm draagt bij aan een zodanige opbouw van de langlopende leningenportefeuille dat tegenvallers als gevolg van renteaanpassingen en herfinanciering in voldoende mate wordt beperkt. Het totaal aan aflossingen en herfinanciering mag jaarlijks maximaal 20% bedragen van het begrotingstotaal. Door een goede spreiding van de looptijd wordt flexibiliteit in de toekomst behouden tegen zo laag mogelijke rentekosten.

(bedrag x 1.000)

Renterisico

2020

2021

2022

2023

Begrotingstotaal per 1 januari

80.229

79.810

79.842

80.569

Limiet percentage

20,00%

20,00%

20,00%

20,00%

Renterisiconorm

16.046

15.962

15.968

16.114

Rente herziening

0

0

0

0

Aflossingen

5.676

5.630

5.449

5.449

Renterisico

5.676

5.630

5.449

5.449

Onder- overschrijding normbedrag

Ruimte onder de renterisiconorm

10.370

10.332

10.520

10.665

Overschrijding renterisiconorm

Liquiditeitsrisico
Dit is het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Gemeente Leudal werkt vanuit totaalfinanciering. Dit betekent dat alle gemeentelijke inkomsten en uitgaven worden gesaldeerd voordat we ons op de geld- of kapitaalmarkt begeven. Een goed inzicht in het verloop van inkomsten en uitgaven leidt tot een betere sturing op de benodigde liquiditeiten voor de komende jaren, de aan te trekken externe financiering en de ontwikkeling van de rentekosten.

Met ingang van 2014 zijn decentrale overheden verplicht hun (tijdelijk) overtollige liquide middelen boven het drempelbedrag aan te houden in de rijksschatkist. Dit drempelbedrag bedraagt afgerond € 616.000 (0,75% van het begrotingstotaal). Daarnaast blijft de mogelijkheid om overtollige middelen uit te lenen aan andere decentrale overheden. Door deze maatregel hoeft het Rijk minder geld te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen.

(bedrag x 1.000)

Financieringspositie per 1 januari

2020

2021

2022

2023

Activa

Vaste activa

128.667

123.645

116.050

105.390

Grondexploitaties

3.681

-6.148

-3.290

-949

Saldo

132.348

117.497

112.760

104.441

Passiva

Reserves

61.374

61.323

61.375

61.359

Voorzieningen

4.170

4.430

4.811

5.182

Langlopende geldleningen

56.589

50.914

45.283

39.835

Saldo

122.133

116.667

111.469

106.376

Financieringstekort

-10.215

-830

-1.291

Financieringsoverschot

1.935

Bij aanvang van het begrotingsjaar wordt een theoretisch financieringstekort verwacht van € 10 miljoen, tenminste als alle voor de meerjarenbegroting opgenomen investeringen volgens planning worden uitgevoerd.
Het hebben van een tekort leidt ertoe dat de noodzaak tot een vaste financiering toeneemt. De liquiditeitsprognose wordt in 2019 geactualiseerd om de noodzaak van wel of niet financieren te onderbouwen.

Koersrisico
Dit is het risico op een daling van de marktwaarde van de financiële activa. Omdat onze gemeente de “Essent-gelden” heeft belegd in obligaties zijn de koersrisico’s op het einde van de looptijd beperkt. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op de balans zijn de posities in de beleggingsportefeuille gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs en tegen de nominale waarde wanneer de verkrijgingsprijs boven de nominale waarde ligt. Als niet voor de einddatum wordt verkocht is er nauwelijks sprake van een koersrisico. Onze vermogensbeheerder volgt de marktontwikkelingen nauwlettend en informeert de gemeente hierover periodiek.

De Wet Schatkistbankieren staat enkel mutaties in de beleggingsportefeuille toe onder de strikte voorwaarde dat de gemiddelde looptijd van de portefeuille niet wijzigt. Door de ingezette beleidslijn van uw gemeenteraad wordt de beleggingsportefeuille conform de vervalkalender afgebouwd. De gelden die de komende jaren vrijvallen naar de gemeente worden niet herbelegd.

(bedrag x 1.000)

Beleggingen

2020

2021

2022

2023

Nominale waarde

22.567

16.857

13.437

7.308

Vrijval nominale waarde

-5.710

-3.420

-6.129

Saldo

16.857

13.437

7.308

7.308

Gerealiseerde boekwinst beleggingen

-278

-118

ga terug